Vrije Basisschool ‘t ELLEBLOEMPJE
Vrije Basisschool ‘t ELLEBLOEMPJE
Home Wie is wie Kalenders Menu Foto's Leerlingen Leerkrachten Contact Info
De geschiedenis van de school van Kortemark-Elle De naam ‘Kortemark-Elle’ duikt al op in geschriften van de 17de eeuw, en werd in de loop van de tijd op verschillende manieren geschreven : “d’helle” (1680), “Cortemarcq Helle”(1702), ”Cortemarck Hille”(1826), “Hellehoek, Hillehoek”(1877). Het gehucht “Elle” heeft zijn naam te danken aan zijn aardrijkskundige ligging : het is gelegen op een ‘helling’, gelegen aan de rand van de vallei van de Krekebeek of Handzamevaart. Ook in de straatnaam “Oude Zeedijkstraat” merken we dat Elle vroeger aan de oever heeft gelegen van het gebied waar de zee landinwaarts stroomde bij hoog water. De school in Kortemark-Elle werd opgericht door de Zusters van de H. Vincentius te Kortemark. Vanaf de stichting van deze kloosterorde in 1826 werd aan de zusters de bereidheid gevraagd om met heel hun hart de liefdewerken te beoefenen naar het voorbeeld van hun patroon, de H. Vincentius a Paulo. De H. Vincentius (1581-1660) richtte zich tot de kansarme jongeren. Hiermee had hij de totale bevordering van de menselijke persoon op het oog, zowel in zijn maatschappelijke als in zijn religieuze context. Opvoeden betekende voor hem een bijdrage om de jongeren te bevrijden, om hen vrij te maken voor de beleving van de veelvuldige menselijke en christelijke levenswaarden. De zusters wilden Jezus Christus navolgen in zijn liefde voor de armen, in het bijzonder voor de arme kinderen. Op het einde van de 19de eeuw drongen de ouders van Kortemark-Elle en van het gehucht Langenhoek (Torhout) er op aan bij de Zusters van de H. Vincentius om een nieuwe wijkschool te openen  op het gehucht Elle. Op 18 september 1899 stuurt Moeder Stanislas dan ook volgend schrijven aan Mgr. Waffelaert, toenmalig bisschop van Brugge :   “Geloofd zij Jezus-Christus. Monseigneur, Onze Eerw. Heer Pastoor belast mij aan Uwe Hoogheid het volgende te schrijven en teevens Uwe goedkeuring over die onderneeming af te smeeken. Op de wijk Cortemarck-Elle geleegen eene halve uur van de plaats en zich verder uitstrekkende langs de kalsijde van Gits en de Yperschen Heirweg tot aan de Langenhoek van Torhout bestond over 30 à 40 jaar een school gehouden door een oude jonge dochter, die de kinderen leerde lezen en schrijven en bereidde tot de eerste communie. De wijk is straf bewoond en er loopen daar veele kinders die zouden kunnen naar school gaan, waare deeze niet te verre. Seedert eenige maanden beginnen de mensen naar Zusters te vraagen, om op Cortemarck-Elle school te houden. Men heeft reeds naar onzen Eerw. Heer Pastoor een lijst ingezonden met 71 naamen van kinders die daar zouden ter school gaan (nu nergens gaan) met verzeekering dat er veel meer zullen zijn. De E.E.H.H. Geestelijken van Cortemarck zijn van gedacht dat eene school daar veel goeds zou stichten, ook zouden onze Zusters er geerne naar toe gaan. ’t Moeilijkste, gelijk het altijd is in zulke onderneemingen, was ’t vinden van lokaalen. Doch de Goddelijke Voorzienigheid schijnt er voor gezorgd te hebben ; er is op den wijk een huis te koop met hof en weide. Het huis is groot genoeg om betaamelijke lokaalen te maaken, en een gerievige wooning voor de Zusters te behouden. Wij zouden beginnen met eene bewaarschool en waarschijnlijk ook met eene spellewerkschool. De goedkeuring en den zeegen Uwer Hoogweerdigheid wensen en verwachten wij, alsook de toelaating om de noodige som in leening te nemen voor het aankoopen van dit goed (8.000 à 10.000 fr.). In weinige daagen zou alles gereed zijn voor het oopenen der bewaarschool, een groote salon van 8 m. op 5 schijnt er voor gemaakt. Met half October zouden we kunnen beginnen. In deze onderneeming gelijk in alle andere, Monseigneur, blijf ik aan Uwe beslissing onderworpen. Eene weigering van Uwe Hoogweerdigheid waare voor ons en de Cortemarck-Ellenaars zeekerlijk eene teleurstelling. Doch wat onze Hooge-Ooverheid beslist, aanzie ik als van God beslist en bekreun mij om het ooverige niet meer. Met den allerdiepsten eerbied, ben ik, Monseigneur, van Uwe Hoogheid, de ootmoedigste en gehoorzaamste in J. Chr.  Moeder Stanislas. Cortemarck, den 18 September 1899.”   Dit schrijven van Moeder Stanislas was vergezeld van een Latijnse brief van Eerw. H. Pastoor Timmerman. Beide kwamen terug met de goedkeuring van Mgr. de Bisschop. Het gebouw met de omliggende grond, dat gelegen was waar de huidige lagere school staat, werd aangekocht door de Zusters en tot school ingericht. Zo werd de “Sint-Antoniusschool” een voldongen feit in oktober 1899. De Ieperstraat werd in voorgaande eeuwen “Iperschen Heerwegh” genoemd, naar de verbinding die zij vormde tussen de steden Torhout en Ieper. Deze straat blijkt de eerste weg van betekenis te zijn die in Kortemark werd gebaand, en dateert uit de 9de eeuw. In 1891 werd de dorpsweg naar Gits bestraat met typisch Vlaamse kasseien. In de loop van de jaren werd er in de school verschillende malen bij- en verbouwd . Dat gebeurde voor het eerst in 1901. Een klas voor de jongens werd gebouwd in 1912. Zuster Marie-Augustine (Mej. Gabrielle Laseure) gaf hier les en was directrice van 1911 tot 1953. Tijdens de oorlog 1914-1918 werden de lessen gegeven in de woningen van mensen in de buurt. In augustus 1917 werd het lesgeven stopgezet. Na de wapenstilstand was hier veel schade. Geen enkele klas in de school van Elle was nog bruikbaar. In 1919 gebeurden herstellingswerken, waarna de school heropend werd. In 1936 werd een derde klaslokaal bijgebouwd. In datzelfde jaar werd onder impuls van de Kortemarkse minister Gustaaf Sap, de Staatsbaan van Lichtervelde naar Zarren aangelegd. De mobiliteit van de Ellenaars werd zodoende verbeterd, maar voor de kinderen werd deze weg een steeds dreigende bron van gevaar, niet ver van de spoorweg van Gent naar Veurne, die in 1856 werd aangelegd. In 1950 werd het oude schoolgebouw afgebroken. Een nieuw gebouw, de huidige lagere school, werd opgetrokken en in gebruik genomen in 1951. In 1952 groeide de ‘Ieperschen Heirwegh’ van een stuk grindweg uit tot een met asfalt beklede weg. In 1953 werd Zuster Marie-Donatiana (Mej. Angela Vanneste) benoemd tot schoolhoofd als opvolgster van Zr. Marie-Augustine. In 1960 werd zij op haar beurt opgevolgd door Zr. Angèle Vanwalleghem. In 1960 werd een nieuwe school voor de jongens gebouwd, op de plaats waar de huidige kleuterschool zich bevindt. In de 3 graadsklassen waren toen ongeveer 75 jongens. De heer Paul Mergaert was hier schoolhoofd met klas (het 5de en 6de leerjaar). Zuster Hélène Vandenbroucke was schoolhoofd in de meisjesschool van 1968 tot 1974. In dat jaar fusioneerden de meisjes- en de jongensschool. De heer Paul Mergaert werd schoolhoofd van de gemengde school. In 1975 werden de kleuters ondergebracht in de vroegere jongenschool. Ook het eerste leerjaar bleef daar gehuisvest. In de lagere afdeling lieten de Zusters van de Heilige Vincentius de polyvalente zaal bouwen tijdens schooljaar 1988-1989. Toen meester Paul Mergaert met pensioen ging, werd hij in 1990 opgevolgd door de huidige directeur, Marc Vande Walle.   Een groeiend aantal leerlingen in de jaren '90 noopte het schoolbestuur ertoe de gebouwen uit te breiden : In 1992 werd de vroegere overdekte fietsenstalling in de kleuterschool dichtgebouwd en omgevormd tot een bergplaats, zodat de vroegere bergplaats ingericht kon worden als klaslokaaltje voor de zomerklas. In 1994 werd de overdekte speelplaats in de kleuterschool omgebouwd tot een volwaardig nieuw klaslokaal. In datzelfde jaar werd in de lagere school een overdekte fietsenbergplaats aangelegd. In 1995 werd een nieuw afdak op de kleuterspeelplaats opgetrokken. In 1997 werd een 7de klas in de lagere school bijgebouwd. In 2017 werd het afdak in de lagere school vernieuwd en uitgebreid. Bij haar 100-jarig bestaan, in 1999, telde de Vrije Basisschool ruim 200 kleuters en leerlingen. Tegenwoordig zijn er geen kloosterlingen meer die onderwijs verzorgen in onze basisschool. De laatste religieuze, zuster Hélène Vandenbroucke, ging met pensioen in 1996. Vanuit het Schoolbestuur blijven de zusters echter het schoolgebeuren evangelisch inspireren. Ook het onderwijzend personeel blijft de oorspronkelijke inspiratie en zending van de congregatie behartigen in hun pedagogische opdracht, en dit vooral in hun aandacht voor leerbedreigden. Ze streven ernaar dat alle kinderen hier zich kunnen thuis voelen en met plezier naar school komen.